Beleidsvrijheid toepassen hogere vermogensnorm Kwijtschelding
Moties vanuit de Tweede Kamer hebben geleid tot een aanpassing in de nadere regels over kwijtschelding. Hierdoor wordt het voor gemeenten en waterschappen mogelijk om binnen de Kwijtscheldingstoets een ophoging toe te passen bovenop de halfjaarlijks vastgestelde vermogensnormen.
Wat verandert er?
Gemeenten en waterschappen krijgen de beleidsvrijheid om de vermogensnorm voor gehuwden/samenwonenden met een zelf te bepalen bedrag (tot maximaal 2.000 euro) op te hogen. Voor alleenstaanden en alleenstaande ouders zal automatisch de ophoging worden doorberekend op basis van de voorgeschreven percentages van respectievelijk 75% en 90%. Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2022. Gemeenten en waterschappen bepalen uiteraard zelf of en vanaf wanneer er van deze beleidsvrijheid gebruik wordt gemaakt.
Kwijtscheldingstoets hierop aangepast
Het Inlichtingenbureau maakt het mogelijk om deze ophoging door te voeren in de geautomatiseerde Kwijtscheldingstoets. Deze mogelijkheid is per direct op het IB portaal ‘Werk en inkomen, Onderwijs en Belastingen’ toegevoegd binnen het tabblad Instellingen. Uitvoerige informatie en toelichting over hoe deze ophoging op te voeren of aan te passen is opgenomen in de Handleiding Kwijtschelding. Bij een ophoging tot maximaal 2000 euro komen de vermogenstoetsnormen, afhankelijk van de gezinssituatie (leefvorm), uit op de toetsnormen zoals weergegeven in de laatste kolommen van onderstaand overzicht. De bedragen zijn gebaseerd op de bestaande normen conform de normenbrief van september 2022. Op basis van de in het normendocument opgenomen rentepercentage (momenteel 0,3%) zullen vervolgens ook de rentenormbedragen op basis van de ingestelde vermogensnormen worden afgeleid.
Gezinssituatie
|
aanvrager geboren vóór 1-1-1935
|
partner geboren vóór 1-1-1935
|
PW
vermogens toetsnorm
|
Maximale ophoging
|
Maximale vermogens toetsnorm
|
Rente
toetsnorm
|
Gehuwd / samenwonend
|
Ja
|
Ja
|
€ 7.000
|
€ 2.000
|
€ 9.000
|
27
|
Nee
|
€ 4.725
|
€ 2.000
|
€ 6.725
|
20
|
Nee
|
Ja
|
€ 4.725
|
€ 2.000
|
€ 6.725
|
20
|
Nee
|
€ 2.350
|
€ 2.000
|
€ 4.350
|
13
|
Alleenstaande ouder
|
Ja
|
N.v.t.
|
€ 4.550
|
€ 1.800
|
€ 6.350
|
19
|
Nee
|
N.v.t.
|
€ 2.150
|
€ 1.800
|
€ 3.950
|
12
|
Alleenstaand
|
Ja
|
N.v.t.
|
€ 4.175
|
€1.500
|
€ 5.675
|
17
|
Nee
|
N.v.t.
|
€ 1.775
|
€1.500
|
€ 3.275
|
10
|
Om de transparantie rondom de binnen de toets toegepaste normen te vergroten, zullen alle toetsnormen voortaan ook worden opgenomen in de CSV rapporten. Zodat direct duidelijk is op welke inkomens-, vermogens- en rentenorm het toetsresultaat is gebaseerd.